Algemene Leveringsvoorwaarden Installerende Bedrijven (ALIB 1992)
Vastgesteld door de:
- Vereniging van nederlandse Installatiebedrijven (VNI)
- Unie van elektrotechnische ondernemers – Uneto, In 1992 gedeponeerd bij de griffie van de arrondissementsrechtbank
I. ALGEMENE BEPALINGEN
Toepasselijkheid
01. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle door de installateur opgestelde aanbiedingen en tussen hem en de opdrachtgever gesloten overeenkomsten. Zij zijn tevens van toepassing op alle verbintenissen die voortvloeien uit nadien tussen partijen gesloten overeenkomsten. Toepassing van door de opdrachtgever ingeroepen algemene voorwaarden wordt uitdrukkelijk van de hand gewezen.
Definitie
02. In deze voorwaarden wordt verstaan onder het werk het totaal van de overeengekomen werkzaamheden (incl. eventueel ontwerp) en/of leveringen.
II. AANBOD
03. Het aanbod is vrijblijvend, vermeldt de betalingswijze en geeft inzicht in de prijs en de prijsvormingmethode: aanneming (vaste aanneemsom) of regie.
04. De van het aanbod deel uitmakende documenten (zoals tekeningen, technische beschrijvingen e.d.) zijn zo nauwkeurig mogelijk, doch zijn niet bindend en blijven het (intellectuele) eigendom van de installateur. Zij mogen niet zonder zijn toestemming worden gebruikt, gekopieerd of aan derden ter hand worden gesteld of op andere wijze openbaar gemaakt.
05. Indien de opdrachtgever het aanbod niet aanvaardt, is hij verplicht terstond alle in het vorige artikel bedoelde gegevens terug te geven aan de installateur.
06. De installateur is gerechtigd de kosten die gemoeid zijn met het aanbod in rekening te brengen, mits hij de opdrachtgever vooraf schriftelijk op deze kosten heeft gewezen.
III. TOTSTANDKOMING VAN DE OVEREENKOMST
07. Indien het aanbod van de installateur wordt aanvaard, dan komt de overeenkomst eerst tot stand op het moment dat de installateur:
- hetzij de aanvaarding binnen een redelijke termijn bevestigt,
- hetzij met de uitvoering van het werk aanvangt.
08. De installateur kan niet eerder gehouden worden met de uitvoering van het werk aan te vangen dat nadat alle daarvoor noodzakelijke gegevens in zijn bezit zijn en hij de overeengekomen (termijn)betaling heeft ontvangen.
IV. UITVOERING VAN DE OVEREENKOMST
Verplichtingen van de installateur
09. De installateur is verplicht zijn aansprakelijkheidsrisico te dekken door verzekering, vereenkomstig de in de branche geldende gebruiken. Hiertoe sluit hij ten minste een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven (AVB-polis) af met een verzekerde som van minimaal € 500.000,– per gebeurtenis, waarbij een reeks van samenhangende gebeurtenissen geldt als één gebeurtenis.
10. De installateur overlegt op verzoek van de opdrachtgever de bescheiden, waaruit blijkt dat hij deze verzekering heeft afgesloten.
11. De installateur neemt bij de uitvoering van het werk de daarop van toepassing verklaarde voorschriften in acht. Eventuele financiële gevolgen van wijzigingen in de voorschriften tussen de datum van het aanbod en de oplevering van het werk zullen als meerwerk worden verrekend.
12. In de daarvoor in aanmerking komende gevallen instrueert en onderricht de installateur de opdrachtgever of de door deze aangewezen personen betreffende het in werking stellen en bedrijfsvaardig houden van het opgeleverde werk. Omvang, datum van aanvang en tijdsduur van bedoelde verplichtingen worden naar redelijkheid door de installateur bepaald.
Verplichtingen van de opdrachtgever
13. De opdrachtgever is jegens de installateur verplicht om de uitvoering van het werk mogelijk te maken binnen de normale werktijden van de installateur en onder condities die voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen en andere overheidsvoorschriften.
14. De opdrachtgever zorgt ervoor dat de installateur tijdig kan beschikken over de voor het werk benodigde goedkeuringen (zoals vergunningen en ontheffingen) en over de door hem voor het werk te verschaffen gegevens.
15. De opdrachtgever verschaft tijdig de aansluitingsmogelijkheden ten behoeve van de voor het werk en de beproeving daarvan benodigde energie. De kosten van de benodigde energie zijn voor rekening van de opdrachtgever.
16. De opdrachtgever draagt zorg voor het aanvragen van de sluiting van de installaties op het net van het desbetreffende nutsbedrijf respectievelijk op de diverse openbare transmissienetten. De aansluitkosten zijn voor rekening van de opdrachtgever. De installateur geeft hiervoor aanwijzingen op zijn vakgebied.
17. De opdrachtgever dient ervoor te zorgen dat door derden uit te voeren werkzaamheden (zoals bouwkundige) en/of leveringen, die niet tot het werk van de installateur behoren, zodanig en zo tijdig worden verricht, dat de uitvoering van het werk daarvan geen vertraging ondervindt. Indien niettemin vertraging als bedoeld in dit artikel ontstaat, dient de opdrachtgever de installateur hiervan terstond in kennis te stellen.
18. Indien de aanvang en de voortgang van het werk wordt vertraagd door omstandigheden waarvoor de opdrachtgever verantwoordelijk is (zoals o.a. bedoeld in artikel 17), dient de daaruit voor de installateur voortvloeiende schade door de opdrachtgever te worden vergoed.
19. De opdrachtgever draagt zorg voor het tijdig aanwezig zijn van adequate en veilige hulpwerktuigen voor het horizontaal en verticaal verplaatsen van voor het werk benodigde zware onderdelen en voor de bereikbaarheid van de plaats van uitvoering van het werk, alsmede voor de geschiktheid van de toegangswegen tot de plaats van het werk.
20. De opdrachtgever draagt het risico voor schade aan en verlies van materialen, onderdelen of gereedschappen die op het werk zijn aangevoerd, indien en voor zover hij verantwoordelijk is voor de bewaking daarvan.
21. De opdrachtgever draagt het risico voor schade veroorzaakt door gebreken of ongeschiktheid van zaken die van hem afkomstig zijn dan wel zijn voorgeschreven of bij een voorgeschreven leverancier moeten worden betrokken en voor de niet of niet tijdige levering van bedoelde zaken.
22. De opdrachtgever draagt het risico voor schade veroorzaakt door fouten of gebreken in de door hem verstrekte tekeningen, berekeningen, constructies, bestekken en uitvoeringsvoorschriften.
23. De opdrachtgever draagt het risico voor de ondeugdelijke nakoming van de overeenkomst die te wijten is aan de door hem voorgeschreven hulppersonen.
24. De opdrachtgever draagt het risico voor schade die te wijten is aan onrechtmatige daden van nevenaannemers en hun hulppersonen.
25. De opdrachtgever draagt het risico voor het van de installateur afkomstige ontwerp, indien en voor zover dat door hem is goedgekeurd.
26. De opdrachtgever vrijwaart de installateur voor alle aanspraken ven derden ter zake van schaden die krachtens deze voorwaarden voor rekening van de opdrachtgever blijven, met begrip van schaden als gevolg van inbreuken op intellectuele en industriële eigendomsrechten.
27. De opdrachtgever staat de installateur toe naamsaanduiding en reclame op het werk terrein of aan het werk aan te brengen.
Werkzaamheden waarin de overeenkomst niet voorziet
28. De opdrachtgever is niet gerechtigd de door de installateur bij de uitvoering van het werk ingeschakelde hulppersonen werkzaamheden te laten uitvoeren, die niet in verband staan met het werk.
Verrekening van meer- en minderwerk
29. Verrekening van meer – en minderwerk vindt plaats:
- in geval van bestekswijzigingen (wijzigingen in het bestek, het werk of de voorwaarden van uitvoering van het werk)
- in geval van afwijkingen van de bedragen van stelposten en van verrekenbare en/of geschatte hoeveelheden;
- in de gevallen als in deze voorwaarden bepaald.
Elk van de totale resp. het saldo van de bijbetalingen en inhoudingen als gevolg van bestekswijzigingen, mogen niet meer bedragen dan 15 resp. 10% van de aanneemsom.
30. Verrekening van het meerwerk geschiedt ineens bij het verschijnen van de eerstvolgende betalingstermijn. Is geen termijnbetaling overeengekomen dan na de voltooiing daarvan.
31. Verrekening van het minderwerk geschiedt ineens bij de eindafrekening.
32. Indien het totaal van het minderwerk dat van het meerwerk overtreft, heeft de installateur recht op een bedrag gelijk aan 15% van het verschil tussen de totalen.
33. Het gemis van een schriftelijke opdracht tot meerwerk laat de aanspraken van de installateur op verrekening daarvan onverlet.
Kostenverhogende omstandigheden
34. Wanneer kostenverhogende omstandigheden ontstaan, dient de installateur de opdrachtgever daarvan zo spoedig mogelijk in kennis te stellen.
35. Kostenverhogende omstandigheden die niet te wijten zijn aan de installateur worden verrekend als meerwerk.
Overmacht
36. In geval van overmacht is de installateur bevoegd zonder rechterlijke tussenkomst, hetzij de uitvoering van het werk voor ten hoogste zes maanden te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen, zonder dat bij tot enige schadevergoeding gehouden zal zijn. Alle tot dan toe door de installateur gemaakte kosten zullen terstond en ten volle opeisbaar zijn.
37. Met overmacht worden de omstandigheden bedoeld waarmee de installateur bij het sluiten van de overeenkomst redelijkerwijs geen rekening behoefde te houden en die hij ook niet kende. Hieronder worden mede verstaan het niet voldoen door leveranciers van de installateur aan hun verplichtingen, transportmoeilijkheden, brand, stakingen of werkonderbrekingen, verlies van de te verwerken onderdelen, import- of handelsverboden.
Oplevering
38. De overeengekomen levertijd zal zoveel mogelijk in acht worden genomen doch zal nimmer gelden als fatale termijn. Bij overschrijding van deze levertijd zal de installateur in overleg treden met de opdrachtgever.
39. Het werk wordt als opgeleverd beschouwd:
- hetzij wanneer de installateur aan de opdrachtgever kennis heeft gegeven dat het werk voltooid, beproefd en bedrijfsklaar is en deze het werk heeft goedgekeurd dan wel aanvaard;
- hetzij wanneer uiterlijk acht dagen zijn verstreken nadat de installateur schriftelijk aan de opdrachtgever heeft verklaard dat het werk voltooid, beproefd en bedrijfsklaar is en deze heeft nagelaten het werk binnen die termijn goed te keuren dan wel te aanvaarden;
- hetzij wanneer de opdrachtgever het werk (vroegtijdig) in gebruik neemt, niet dien stande, dat door (vroegtijdige) ingebruikneming van een gedeelte van het werk, dat gedeelte als opgeleverd wordt beschouwd.
40. Kleine gebreken die kunnen worden hersteld binnen de garantietermijn en die functioneren van het werk niet beïnvloeden, zullen de oplevering niet in de weg staan.
41. Oplevering ontslaat de installateur van alle aansprakelijkheid voor gebreken die de opdrachtgever op dat tijdstip redelijkerwijs had moeten ontdekken.
42. Als gevolg van de oplevering gaat het risico voor het werk over van de installateur naar de opdrachtgever.
Ontbinding
43. Onverminderd de hem verder toekomend rechten is de installateur bevoegd zonder rechterlijke tussenkomst en zonder ingebrekestelling, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen, indien de opdrachtgever:
- surseance van betaling heeft aangevraagd of deze aan hem is verleend;
- in staat van faillissement is verklaard of een aanvraag daartoe is ingediend;
- in de nakoming van een verplichting is tekortgeschoten, dan wel het voor de installateur voorzienbaar is dat hij daarin zal tekortschieten. Beëindiging en schorsing geschiedt door middel van een schriftelijk verklaring zonder dat de installateur gehouden is tot enige schadevergoeding of garantie.
44. Alle vorderingen die de installateur in deze gevallen op de opdrachtgever mocht hebben of verkrijgen, zullen terstond en ten volle opeisbaar zijn.
V. BETALING
Zekerheid
45. Na het sluiten van de overeenkomst is de installateur gerechtigd om van de opdrachtgever genoegzame zekerheid te verlangen, indien bij goede grond heeft te vrezen dat de opdrachtgever zijn betalingsverplichting niet zal nakomen. Artikel 43 geldt op overeenkomstige wijze, indien de opdrachtgever in gebreke blijft met het stellen van de door de installateur verlangde zekerheid.
Risicoregeling
46. Alle prijzen zijn exclusief BTW en verrekenbaar overeenkomstig de risicoregeling installatietechniek*. De installateur informeert de opdrachtgever in dat geval omtrent de in het aanbod gehanteerde loon-materiaalverhouding.
Betaling
47. Betaling door de opdrachtgever geschiedt in termijnen in evenredigheid met de voortgang (regie) of tijdsduur (aanneming) van het werk, zonder recht op korting of verrekening.
48. Bij de prijsvormingmethode regie dient betaling telkens plaats te vinden uiterlijk binnen dertig dagen na verzenging van de rekening. Vooruitbetaling geschiedt uiterlijk binnen zeven dagen na het sluiten van de overeenkomst.
49. Bij de prijsvorming methode aanneming geschiedt betaling als volgt:
- 30% uiterlijk binnen zeven dagen na het sluiten van de overeenkomst;
- 30% uiterlijk binnen dertig dagen na het verstrijken van 30% van de tijdsduur van het werk;
- 30% uiterlijk binnen dertig dagen na het verstrijken van 60% van de tijdsduur van het werk;
- 10% uiterlijk binnen dertig dagen na de oplevering van het werk,
50. Betaling van meerwerk geschiedt overeenkomstig artikel 48.
Verzuim opdrachtgever
51. Indien de betaling niet tijdig is verricht, verkeert de opdrachtgever in verzuim en is de installateur bevoegd het werk en de garantie te schorsen, onverminderd de hem verder toekomende rechten.
52. Nadat de opdrachtgever in verzuim is gekomen, is de installateur bevoegd zonder nadere ingebrekestelling tot invordering over te gaan van het aan hem verschuldigde bedrag. Alle daaraan verbonden buitengerechtelijke kosten zijn voor rekening van de opdrachtgever, tenzij de installateur verkiest om deze kosten forfaitair te bepalen op 15% van het te vorderen bedrag.
53. Over de tijd dat de opdrachtgever met de betaling in verzuim is geweest, kan de installateur over het aan hem verschuldigde bedrag rente in rekening brengen. Deze rente is op jaarbasis gelijk aan de wettelijke rente, verhoogd met 2%.
54. Een door de opdrachtgever gedane betaling strekt in de eerste plaats in mindering op alle verschuldigde kosten en rente en tenslotte in mindering op opeisbare rekeningen die het langst openstaan, zelfs al vermeldt de opdrachtgever dat de voldoening betrekking heeft op latere rekeningen.
Eigendomsvoorbehoud
55. De installateur blijft de eigenaar van alle zaken (zoals materialen en onderdelen) zolang de opdrachtgever niet heeft voldaan aan zijn betalingsverplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst, met inbegrip van hetgeen de opdrachtgever in verband met het tekortschieten in zijn verplichtingen verschuldigd mocht worden.
VI. GARANTIE
56. Binnen de grenzen van de volgende bepalingen verbindt de installateur zich om gebreken, die ten tijde van de oplevering reeds aanwezig waren doch eerst binnen zes maanden na de oplevering aan de dag treden, kosteloos te herstellen.
57. Deze verplichting strekt zich slechts uit tot gebreken die ten tijde van de oplevering redelijkerwijs niet waarneembaar waren en die zich vertonen onder normale bedrijfsomstandigheden en bij een juiste wijze van gebruik van het werk. Zij strekt zich niet uit tot gebreken die het gevolg zijn van onvoldoende onderhoud door de opdrachtgever, veranderingen aangebracht zonder schriftelijke toestemming van de installateur of door de opdrachtgever uitgevoerde reparaties dan wel normale slijtage of gebreken waarvoor de opdrachtgever aansprakelijk is ingevolge de artikelen 21 t/m 23.
58. Om zich op de rechten voortvloeiende uit artikel 56 te kunnen beroepen , dient de opdrachtgever de installateur:
- onverwijld schriftelijk van de geconstateerde gebreken in kennis te stellen;
- aannemelijk te maken dat de gebreken moeten worden toegeschreven aan de minder goede hoedanigheid of gebrekkige uitvoering van het werk dan wel – indien en voor zover het ontwerp van het werk van de installateur afkomstig is – het rechtstreekse gevolg zijn van een verwijtbare fout van de installateur, onverminderd het bepaalde in artikel 25;
- alle medewerking te verlenen om hem in staat te stellen de gebreken binnen een redelijke termijn weg te nemen.
59. De ingevolge de garantieverplichting door de installateur vervangen gebrekkige onderdelen worden zijn eigendom
60. Indien naar het oordeel van de installateur de kosten van herstel in geen verhouding staan tot het belang van de opdrachtgever bij herstel, heeft de opdrachtgever recht op schadevergoeding.
VII. AANSPRAKELIJKHEID INSTALLATEUR
Vóór de oplevering
61. De installateur herstelt voor eigen rekening schade aan het werk, die is ontstaan alvorens het werk is opgeleverd, tenzij deze schade niet door hem is veroorzaakt of het anderszins onredelijk is dat deze schade voor zijn rekening komt, onverminderd het bepaalde in artikel 20.
62. De installateur is aansprakelijk voor door de opdrachtgever geleden schade aan personen en andere zaken dan het werk, voor zover deze schade veroorzaakt door de uitvoering van het werk en het gevolg is van schuld van de installateur of van door hem ingeschakelde hulppersonen, indien en voor zover deze aansprakelijkheid door zijn verzekering wordt gedekt.
63. De beide voorgaande artikelen gelden op overeenkomstige wijze, indien de installateur werkzaamheden verricht ter vervulling van zijn garantieverplichting ingevolge artikel 56.
Na de oplevering
64. Na de oplevering is de installateur niet verder aansprakelijk voor tekortkomingen aan het werk dan tot nakoming van zijn in de artikelen 56 t/m 60 omschreven garantieverplichting.
65. De installateur is slechts aansprakelijk voor de door de opdrachtgever geleden schade als gevolg van de in artikel 56 bedoelde gebreken, indien en voor zover deze aansprakelijkheid door zijn verzekering wordt gedekt
Omvang van de schadevergoeding
66. Indien de installateur ingevolge de artikelen 62 en 65 gehouden is de schade die de opdrachtgever lijdt te vergoeden, zal deze vergoeding niet meer bedragen dan het totaal van de bedragen van het eigen risico van zijn verzekering en de door de verzekeringgedane uitkering.
67. Voor andere dan de in de voorgaande artikelen bedoelde schaden die de opdrachtgever mocht lijden, is de installateur nimmer aansprakelijk.
68. De in de voorgaande artikelen opgenomen beperkingen gelden niet, indien de schade het gevolg is van opzet of grove schuld van de installateur of zijn leidinggevende ondergeschikten.
69. Elke aanspraak op vergoeding of herstel van vóór resp. na de oplevering geleden schade vervalt, indien deze aanspraak niet uiterlijk op de dag van de oplevering resp. op de dag waarop de garantieperiode afloopt kenbaar is gemaakt.
70. De rechtsvordering tot schadevergoeding of tot herstel van de opdrachtgever jegens de installateur ingevolge deze voorwaarden, verjaart door verloop van één jaar nadat de opdrachtgever ter zake heeft geprotesteerd.
VIII. SLOTBEPALING
71. Op de overeenkomst en op alle overeenkomsten die daaruit voortvloeien, is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
72. Elk geschil tussen installateur en opdrachtgever, zal met uitsluiting van de gewone rechter worden beslecht door de Raad van Arbitrage voor de Metaalnijverheid en – Handel.
73. In afwijking van het voorgaande artikel is de installateur bevoegd het geschil te laten beslechten door de gewone rechter, in geval de Rechtbank bevoegd is door de Rechtbank in de plaats of het arrondissement waarin de installateur is gevestigd.